Artikelen

Handje contantje. MyWorld magazine.

Gratis geld voor arme mensen. Dat klinkt nieuw, spannend en veelbelovend. Een handjevol organisaties experimenteert ermee. Met verrassende resultaten. Wat zijn de nadelen? En is het iets voor particuliere initiatiefnemers?

 

Zo begon mijn project in Kenia,”zegt Rentia Krijnen, directeur van het Kenya Project Etten Leur. “Met gratis geld geven. En eigenlijk doe ik dat nog steeds.” Krijnen­. werd in de jaren tachtig weduwe. Een bevriende missionaris in Kenia vertelde haar over weduwen bij de Keniaanse Luo­stam, die tegen hun wil bezit werden van hun schoonfamilies. Een tragisch lot, vond Krijnen. Waren deze vrouwen niet beter af als ze zichzelf konden bedruipen? Ze schonk de missionaris jaarlijks duizend euro, die hij verdeelde over ongeveer veertig vrouwen. “Het werkte uitstekend”, aldus Krijnen. “Sommigen kochten een naaimachine, anderen een paar geiten of een koe. Vrouwen konden met de dieren fokken en zo in hun bestaan voorzien.” Inmiddels werkt de organisatie in zeventig dorpen. Nog altijd krijgen de vrouwengroepen geld, dat ze nu ook gebruiken voor gezamenlijke doelen zoals coöperaties en scholing. Krijnen: “De weduwen zijn zelfvoorzienend en ze worden nauwelijks meer overgeërfd aan hun schoonfamilie. En dat was mijn bedoeling.”

Rentia Krijnen mag dan positieve ervaringen hebben, niet iedereen is overtuigd van het nut van deze methode. Op de website van MyWorld valt in een discussie twijfel te bespeuren. “Ze raken verslaafd aan het geld”, zegt de een, terwijl een ander meent dat het geven van gratis geld ‘peperduur’ is en mensen ‘afhnkelijk’ maakt. Bovendien zou op deze manier niets terechtkomen van verantwoording naar de donoren. Nog een tegenwerping: mensen gaan het geld uitgeven aan alcohol en tabak. Gerard Vossen verwoordt de scepsis van velen. Telefonisch licht hij toe: “Gratis geld geven leidt nergens toe. Het is de vraag of mensen de verantwoordelijkheid voor giften aankunnen.” Bovendien: “Zelfs al helpt het individuen tijdelijk uit de armoede, dan betreft het alleen henzelf en niet een hele regio. Terwijl dat wel vaak de bedoeling is van een project.”

Luchtfoto’s
Werkt gratis geld geven nu wel of niet? Wie heeft gelijk? De Amerikaanse organisatie GiveDirectly is koploper in het gratis doneren aan de armen en daarin bovendien zeer succesvol. De organisatie werd in 2011 opgericht door vier studenten ontwikkelingseconomie aan Harvard University. Een jaar na de oprichting volgde een aanprijzing van GiveWell, een vooraanstaande denktank in de VS. GiveDirectly was volgens deze denktank een van de beste doelen om aan te doneren. Inmiddels floreert de organisatie en wist zij grote donoren als Google aan zich te binden. Paul Niehaus, een van de directeuren, verklaart het succes: “Benaderingen waarvan men dacht dat die goed werken, zoals trainingen aan kleine ondernemers en het verstrekken van microkredieten, blijken minder effectief dan gehoopt. Het storten van geld werkt echter beter dan verwacht. Dat lijkt armoede duurzaam te verminderen. Wij zien een reusachtig potentieel. Vooral omdat we via technologieën zoals mobiele telefonie geld kunnen storten
aan de allerarmsten.”

In Uganda en West­Kenia zoekt de organisatie de ‘armste’ huishoudens via luchtfoto’s van daken. Wonen gezinnen onder een rieten dak, dan horen ze waarschijnlijk tot de armsten. Deze gezinnen krijgen een eenmalige gift van 1000 dollar, een gemiddeld jaarinkomen voor een arm Keniaans gezin. Het geld wordt gestort via Mpesa, een systeem waarmee geld van mobiel naar mobiel wordt overgemaakt. “En dat is dat,” zegt Niehaus. “Verder doen we niets.” Maar juist dat alleen maar storten lijkt veelbelovend. Uit recent onderzoek van Jeremy Shapiro en Johannes Haushofer van de Princeton Universiteit naar de effctiviteit van GiveDirectly in Kenia bleek dat de mensen meer bezittingen en inkomen hadden, ook langere tijd na de eenmalige gift. Ook nam het huiselijk geweld in gezinnen af en verbeterde het psychisch welzijn van de betrokken Kenianen. Dit viel af te meten aan de verlaagde hoeveelheden van het stresshormoon cortisol in hun bloed.

Niet alleen GiveDirectly behaalt overtuigende resultaten. Afgelopen herfst verscheen een wetenschappelijk onderzoek van de universiteit van Yale naar de effecten van geld geven aan Syrische vluchtelingen in Libanon. Met een koude winter voor de boeg kregen die maandelijks 100 dollar om zich daarop voor te bereiden. Hoewel hulporganisaties verwachtten dat mensen dekens en jassen zouden aanschaffen, besteedden de vluchtelingen het geld aan wat ze in hun ogen het meeste nodig hadden: voeding en water. Er werd geen geld aan alcohol of tabak uitgegeven. Gevolgen: beter gevoede vluchtelingen en een impuls voor de lokale economie. De sociale effecten waren opmerkelijk: minder ouders lieten hun kinderen werken en de spanningen tussen vluchtelingen en de omringende Libanese gemeenschap namen af. Bij navraag gaf 80 procent van de vluchtelingen aan dat ze in de toekomst liever geld ontvangen dan een andere vorm van hulp.

Bedenkt eer ge euro’s schenkt
Wie overweegt om geld te geven, moet beginnen met de vraag waarmee begunstigden meer zijn geholpen: met een project of met een vergelijkbaar geldbedrag om zelf te besteden, adviseert paul Niehaus van GiveDirectly. “Bepaal ook frequentie en hoogte van de gift. Een eenmalige grote ‘injectie’ zou meer duurzaam effect sorteren dan kleine bedragen. Ook hoe mensen het geld in handen krijgen is belangrijk. Overboeken via de mobiele telefoon is minder fraudegevoelig dan via vertrouwenspersonen. Voor veel particuliere initiatiefnemers betekent ‘hun’ project heel veel. Vraag je af: vind je het project nog steeds leuk als je bijdrage aan lokale ontwikkeling beperkt blijft tot de rol van geldschieter?”

Ook in ons eigen land wordt de methode onderzocht. Maarten Voors van Wageningen Universiteit: “In Sierra Leone vergeleken we vier groepen dorpen: een aantal dat geld kreeg via de chief, dorpen waar gezinnen direct geld kregen zonder voorwaarden, dorpen waar gezinnen geld kregen nadat ze bijvoorbeeld eerst een weg hadden gebouwd, en dorpen die niets kregen.” De resultaten? “Het geld geven aan chiefs werkte soms averechts, omdat het geld bijvoorbeeld naar een dak voor het huis van de chief ging. Verder maakte het niet uit of er eerst werd gewerkt voor het geld of dat gezinnen het geld ‘zomaar’ kregen: in beide gevallen besteedden de gezinnen het geld aan voeding en basisbenodigdheden. De zorg dat het geld naar futiliteiten zou gaan, bleek onterecht.” Een duurzaam effect op armoede kon Voors echter niet vinden. “Maar dat kan ook komen doordat het hier om een klein bedrag ging van ongeveer 20 euro. Dat staat niet in verhouding tot het bedrag dat GiveDirectly uitkeert.”

Kind naar school? Hier is geld
Rutger Bregman, auteur van het boek Gratis geld voor iedereen, is niet verbaasd over de positieve resultaten van gratis geld geven. In zijn boek pleit hij voor een basisinkomen voor iedereen, maar zeker voor de armen. Bregman: “Uit vrijwel alle beschikbare onderzoeken blijkt dat geld geven enorm succesvol is. Bolsa Familia, een programma in Brazilië waarbij de overheid geld geeft aan de armen, als ze hun kinderen inenten en naar school sturen, heeft de kloof tussen arm en rijk in Brazilië verminderd.”

Dat klopt. Uit een evaluatie van het International Policy Centre for Inclusive Growth in Brazilië blijkt dat Bolsa Familia voor ongeveer 18 procent verantwoordelijk is voor de afname van de ongelijkheid in Brazilië. De invloed van het programma op armoede in het algemeen is evenwel bescheiden. Dat komt met name doordat de kleine bedragen weliswaar mensen minder arm maken, maar hen niet uit de armoede verheffen. Goed voorbeeld doet volgen. Overheden in Zuid­Afrika, Mexico, Malawi en Sri Lanka geven geld aan hun arme inwoners, soms met voorwaarden zoals die van Bolsa Familia en soms zonder. Bregman: “En ook in de noodhulp wordt het steeds vaker toegepast. Eigenlijk is dat logisch. Als vluchteling heb je specifieke behoeften die moeilijk van bovenaf kunnen worden ingeschat. Met een kredietkaart, die de eerder genoemde vluchtelingen kregen in Libanon, kun je kopen wat je nodig hebt en beschikbaar is.”

Wat verklaart het succes? “Armoede veroorzaakt stress”, zegt onderzoeker Johannes Haushofer van de Princeton Universiteit. “Als je de armoede en daarmee de stress wegneemt, kunnen mensen in bredere termen over hun leven gaan nadenken. Dat leidt vaak tot constructievere keuzes.” Bregman noemt het voorbeeld van iemand die een kettingzaag had aangeschaft van het geld van GiveDirectly en daar een inmiddels goed lopende houtzagerij mee begon. “Welke donor zou dat bedenken? Er bestaat volgens mij geen ontwikkelingsorganisatie die kettingzagen uitdeelt.” Op de site van GiveDirectly staat een swingend nummer van iemand die met het geld een succesvolle band is begonnen. Anderen besteden het aan een duurzaam dak voor hun huis waarmee ze elk kwartaal besparen op reparatiekosten. Soms gaat het op aan een begrafenis, maar zelden wordt het uitgegeven aan gokken, alcohol of tabak. Onderzoeker Haushofer: “Wij vonden in onze studie geen verschil in het gebruik van genotsmiddelen voor en na de gift. En uit een grote studie van de Wereldbank bleek juist dat mensen die geld ontvangen minder genotsmiddelen gebruiken.” Daar komt bij dathet geven van geld veel goedkoper is dan veel andere vormen van ontwikkelingssamenwerking. Er wordt flink mee bespaard op administratie, logistiek, controle en projectmanagement.

Fraudegevoelig
De voordelen lijken evident. Toch wordt geld geven door westerse ontwikkelingsorganisaties nog niet op grote schaal toegepast. Ook onder particuliere initiatieven lijkt ‘gratis geld’ geven een uitzondering. Het middel heeft zijn beperkingen, zegt Nienke Smidtman, hoofd van de humanitaire afdeling bij Oxfam Novib. De organisatie geeft al een jaar of drie geld, vooral bij acute noodhulp na rampen. En ook in Somalië, een land dat al jarenlang instabiel is, doet Oxfam giften aan mensen die een deel van het jaar structureel te weinig inkomen hebben.

Toch kiest Oxfam niet in alle noodhulpsituaties voor geld geven. “Een belangrijke voorwaarde is dat de lokale markt goed functioneert. Soms is die bij een ramp helemaal weggevaagd. Dan is voedselhulp ef ectiever.” Volgens Smidtman is geld geven bovendien fraudegevoeliger dan andere ontwikkelingstechnieken en kan het daarom niet zonder een betrouwbare partnerorganisatie en een goed monitorsysteem. Een andere belemmering komt van armen zelf: soms willen ze geen geld. Journalist Sachin Kumar Jain citeert op de site InfoChange India enkele armen in het Indiase Alirajpur­district. Zij zijn bang dat ze geen graan meer kunnen kopen als de voedselprijzen stijgen en houden daarom een voorkeur voor voedselhulp. Zowel volgens Paul Niehaus van GiveDirectly als Maarten Voors van Wageningen Universiteit weten we nog te weinig over de omstandigheden waaronder gratis geld het beste werkt. De effecten ervan zijn bovendien nog nauwelijks vergeleken met andere hulpmethoden. En niet alle ontwikkelingsvraagstukken kunnen ermee worden opgelost: met gratis geld kun je bijvoorbeeld geen wegen aanleggen. Het is niet de heilige graal, zegt Bregman: “Maar wel een zeer veelbelovende denkrichting.”

 

Geef een reactie